RAAD: Raadscommissie

In dit blok spreken de raadsleden over de ingediende raadsvoorstellen, ze kunnen hun voorlopig standpunt weergeven, politieke vragen stellen aan het college en aan de overige raadsleden en met elkaar hierover in debat gaan.

Samenvatting van het agendapunt:
De Rekenkamer Borger-Odoorn biedt het rapport “Bijzondere Woonvormen” aan, dat is opgesteld na onderzoek naar hoe de gemeente initiatiefnemers ondersteunt bij het realiseren van bijzondere woonvormen. De Rekenkamer doet verschillende aanbevelingen. Deze staan vermeld in de nota van conclusies en aanbevelingen.

Bevoegdheid van de raad:
De rekenkamer doet onafhankelijk onderzoek en brengt rapporten uit met conclusies en aanbevelingen. De raad ontvangt deze rapporten inclusief een bestuurlijke reactie van het college en beslist vervolgens over de conclusies en aanbevelingen van de rekenkamer. Stukken die vanuit de rekenkamer worden aangeboden aan de raad ter besluitvorming, worden door de griffie voorzien van een standaard raadsbesluit. Hierin is opgenomen dat de conclusies en aanbevelingen worden overgenomen en dat de opdracht tot uitvoering aan het college wordt gegeven. In gevallen waarin het college zich (deels) niet kan vinden in de aanbevelingen wordt dat aangegeven in de bestuurlijke reactie. Het is aan de raad om, indien hij dat wenselijk acht, van het standaardbesluit af te wijken door middel van het beluit te amenderen. Net als bij andere raadsvoorstellen kan de raad voorafgaand aan de behandeling technische vragen stellen over dit rekenkameronderzoek.

De commissie:
De taak van de raadscommissie is om de conclusies en aanbevelingen van de rekenkamer, evenals het raadsbesluit, te bespreken ter voorbereiding op de raadsvergadering. Daarnaast bepaalt de raadscommissie of het agendapunt als bespreekstuk of als hamerstuk wordt voorgesteld voor de raadsvergadering.

Samenvatting:
De gemeenteraad wordt voorgesteld het beleidsplan ‘Samen werken aan bestaanszekerheid’ en de nota van beantwoording zienswijzen vast te stellen. Het beleidsplan is opgesteld naar aanleiding van twee moties uit 2023 die pleiten voor een integrale en gecoördineerde aanpak van armoede, met nadruk op preventie en kansengelijkheid. Het beleidsplan richt zich op het bieden van perspectief aan inwoners door aandacht te geven aan werk, onderwijs, huisvesting, gezondheid en sociale ondersteuning. Vier actielijnen staan centraal: directe hulp bij financiële nood, preventie, versterking van samenwerking en een eenvoudiger systeem.

Bevoegdheid van de raad:
De gemeenteraad heeft een kaderstellende bevoegdheid. Dit betekent dat de raad de doelen, richtlijnen en kaders van het beleidsplan Bestaanszekerheid vaststelt. Daarmee geeft de raad sturing aan het gemeentelijk beleid. Het college van burgemeester en wethouders is vervolgens verantwoordelijk voor de uitvoering van het door de raad vastgestelde beleidsplan.

De commissie:
Het is aan de commissie om te beoordelen of het raadsvoorstel rijp is voor behandeling in de raadsvergadering van 16 oktober en om te bepalen of het als bespreekstuk of als hamerstuk wordt geagendeerd.

Samenvatting:
De gemeenteraad wordt gevraagd de Nota van uitgangspunten voor het Warmteprogramma vast te stellen. Deze nota bevat de kaders en uitgangspunten waarmee het college het Warmteprogramma gaat opstellen. Het Warmteprogramma is een verplicht vervolg op de in 2022 door de raad vastgestelde Transitievisie Warmte en legt de plannen vast om uiterlijk in 2050 alle gebouwen in Borger-Odoorn aardgasvrij te maken.

Bevoegdheid van de raad:
De gemeenteraad stelt het warmteprogramma zelf niet vast – dat is een bevoegdheid van het college van burgemeester en wethouders. Wel stelt de raad de Nota van uitgangspunten vast. Hiermee bepaalt de raad de kaders en aandachtspunten waar het college bij het opstellen van het warmteprogramma rekening mee moet houden.

De commissie:
Het is aan de commissie om te beoordelen of het raadsvoorstel rijp is voor behandeling in de raadsvergadering van 16 oktober en om te bepalen of het als bespreekstuk of als hamerstuk wordt geagendeerd.

Samenvatting:
Met dit voorstel informeert het college de gemeenteraad over de voorgenomen wijziging van de gemeenschappelijke regeling (GR) Wedeka bedrijven per 2025. De wijziging is noodzakelijk vanwege de aanpassing van de Wet gemeenschappelijke regelingen die op 1 juli 2022 in werking is getreden. Deze wetswijziging heeft als doel om de democratische legitimatie van gemeenschappelijke regelingen te vergroten en de kaderstellende en controlerende rol van gemeenteraden te versterken. De gemeenteraad wordt in dit stadium gevraagd om de gewijzigde regeling voor kennisgeving aan te nemen en geen zienswijze in te dienen.

Bevoegdheid van de raad:
De gemeenteraad heeft de mogelijkheid om een zienswijze over de voorgenomen wijziging in te dienen bij het college. De raad kan er ook voor kiezen om hiervan af te zien. Het college geeft het besluit van de gemeenteraad door aan het dagelijks bestuur van de GR Wedeka. Het dagelijks bestuur beoordeelt de zienswijzen van de deelnemende gemeenten en bereidt het definitieve wijzigingsvoorstel voor. Dit voorstel wordt vervolgens voorgelegd aan de colleges van de deelnemende gemeenten, die het weer ter goedkeuring aan hun gemeenteraden voorleggen. De gemeenteraden hebben daarna 13 weken (plus eventueel 13 weken verlenging) om toestemming te geven. Daarna nemen de colleges het definitieve besluit.

De commissie:
Het is aan de commissie om te beoordelen of het raadsvoorstel rijp is voor behandeling in de raadsvergadering van 16 oktober en om te bepalen of het als bespreekstuk of als hamerstuk wordt geagendeerd.

In dit blok spreken de raadsleden over voorstellen vanuit de raad en/of college, wat niet direct tot besluiten leidt, maar waarbij opiniërend met elkaar verkend wordt hoe de raad hier tegenover staat.

Samenvatting van het agendapunt:
In 2022 stelde de raad de participatievisie ‘Bouwen aan een nieuw samenspel’ vast, die de basis vormt voor hoe inwoners betrokken worden bij beleid en besluitvorming. De nieuwe wet Versterking participatie op decentraal niveau (2024) maakt het verplicht voor gemeenten om beleid en een verordening op te stellen over participatie. De voorliggende startnotitie is het beginpunt voor de uitwerking van dit beleid en de verordening, en beschrijft de uitgangspunten en het proces.

De commissie:
De commissie wordt uitgenodigd om mee te denken over de gewenste richting, inhoud en opzet van het nieuwe participatiebeleid en de bijbehorende verordening. De startnotitie dient hierbij als gespreksdocument. Concreet wordt de commissie gevraagd zich uit te spreken over een aantal dilemma’s, vragen en stellingen. De input uit deze bespreking stelt het college in staat om het beleid en de verordening verder uit te werken, zodat deze op een later moment, in lijn met de wensen van de raad, ter besluitvorming kunnen worden voorgelegd.